woensdag

Psychisch geweld onder het mom van een "liefdevolle" uitsluiting

Over de uitsluitingsregeling onder JG heb ik veel nagedacht en deze tegen het bijbelse licht gehouden. Waarom? Omdat een religie die onschriftuurlijke en zelfdienende gronden/redenen voor uitsluiting aanvoert, ook in staat is om de bijbelse uitsluitingsregeling ansich te verdraaien tot een krachtig controlemiddel om haar kudde te manipuleren en in de pas te laten lopen.

Jezus duidelijke instructies in Mt. 18 laten m.i. goed zien dat de JG-leiding door uitgeslotenen als paria's te mijden en te demoniseren (bijna volledige sociale uitsluiting) de bijbelse plank volledig misslaat. De JG-leiding probeert zijn uitsluitingsbeleid te legitimeren door te wijzen op de zinsnede: "dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

Wat bedoelde Jezus hier? Bedoelde Jezus hier dat iemand die uitgesloten is, volledig als een paria gemeden moet worden? In Jezus tijd waren het de Farizeeën die precies dat deden met 'mensen uit de natiën en belastinginners'. Zij verweten dat Jezus hun gebruik daarin niet volgde, zoals bijvoorbeeld uit Markus 2:15-16 blijkt:

"Later gebeurde het dat hij in zijn huis aan tafel aanlag, en vele belastinginners en zondaars lagen met Jezus en zijn discipelen aan, want zij waren met velen en zij gingen hem volgen. Toen de schriftgeleerden der Farizeeën echter zagen dat hij met de zondaars en belastinginners at, zeiden zij voorts tot zijn discipelen: ‘Eet hij met de belastinginners en zondaars?’"

Zou Jezus een houding die hij veroordeelde, tegelijkertijd gebruiken als model voor zijn volgelingen? Dat lijkt me ondenkbaar. Het is ook goed om op te merken dat Jezus niet zei: "Maak hem tot een mens uit de natiën of een belastinginner." Nee, hij zei: ]"dan zij hij u net als ......" Jezus gebruikte hier de 2de persoon enkelvoud ("u"). Jezus bedoelde klaarblijkelijk dat de individuele christen (dus niet als gemeentelijk collectief) de verstokte overtreder als zodanig moest bejegenen. De individuele christen maakt hem niet tot iemand van wie enige afstand genomen moet worden, maar hij erkent de realiteit van de bestaande situatie, en laat hem als een 'mens uit de natiën of belastinginner' zijn.

plaatje uit de WT van 1 december 1981, blz. 11:

Het feit dat Jezus met belastinginners en zondaars at, bewijst ook dat Paulus opmerking in 1 Kor. 5 ('met zo iemand niet te eten'), niet op het gewone sociale eten en drinken betrekking kan hebben. Het is meer in overeenstemming met hermeneutische principes dat het eten in 1 Kor. 5:11 betrekking heeft op het eten in huisgemeenteverband tijdens hun bijeenkomsten (liefdemaaltijden). Hoezo?

1 Kor. 5:11 zegt: "Maar nu schrijf ik U, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten." Met deze tekst probeert de JG-leiding haar extreme mijdingsregels tov uitgeslotenen te legitimeren, maar als je op deze tekst hermeneutische principes loslaat, dan wordt het duidelijk dat de JG-leiding deze tekst feitelijk misbruikt.







Wat zijn hermeneutische principes? De link www.candlestand.nl/index.php?id=42,0,0,1,0,0 zegt hierover het volgende:

In de huisgemeenten van de eerste eeuw kwamen de christenen regelmatig in huizen bijeen voor (liefde)maaltijden met daaraan gekoppeld de viering van het Avondmaal des Heren (christelijke kerkvaders berichten inderdaad dat ze niet alleen op 14 Nisan het Avondmaal vierden). Uit de context van Paulus woorden in 1 Kor. 5:11 blijkt dat 'een broeder, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser was', feitelijk van het gebruik van de symbolen werd uitgesloten (interessant is dat in de RK deze maatregel nog steeds opgeld doet: een geëxcommuniceerde wordt niet als een paria gemeden en gedemoniseerd, maar van het Avondmaal uitgesloten). Hij of zij moest natuurlijk ook de prettige omgang tijdens deze liefdemaaltijden missen, maar dat wilde beslist niet zeggen dat de broeders en zusters zo'n persoon buiten deze liefdemaaltijden, de huisgemeente-bijeenkomsten en het Avondmaal om als een paria/melaatse mijdden en demoniseerden.

Het Griekse woord dat in de NWT met "niet langer in het gezelschap te verkeren" vertaald is, ondersteunt de conclusie dat Jezus en Paulus nooit sociale uitsluiting bedoeld kunnen hebben. Het Griekse woord (synanamignysthai) komt namelijk ook in 2 Thessalonicenzen 3:14-15 voor (daar is het vertaald met "niet meer met hem omgaan"): "Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder."

In een poging om haar extreme mijdingsregels bij uitsluiting te rechtvaardigen betoogt de JG-leiding dat "tekenen" (2 Thess. 3:14, 15) iets anders zou zijn dan "uitsluiten" (1 Kor. 5:11). Volgens de JG-lectuur zou het contact met 'getekenden' beperkt moeten worden, terwijl het contact met 'uitgeslotenen' bijna volledig gemeden moet worden. Helaas voor de JG-leiding is daar geen BIJBELSE onderbouwing voor. Zoals al gezegd, wordt namelijk zowel in 1 Kor. 5:11 als in 2 Thess. 3:14, 15 HETZELFDE Griekse werkwoord gebruikt.

Als je dat punt overdenkt, dan is er dus geen BIJBELS argument om onderscheid te maken in de bejegening van 'getekenden' (2 Thess. 3:14, 15) en 'uitgeslotenen' (1 Kor. 5:11). Het verschil (in het BL-commentaar) tussen 'sociale contacten beperken' en 'sociale contacten mijden' kun je niet uit bovenstaande twee schriftgedeelten halen. Integendeel, de gedachten uit 2 Thess. 3:14 en 15 helpen ons juist om de bedoelde betekenis van 1 Kor. 5:11 te duiden.

Een ander punt dat door het BL "gemakshalve" genegeerd wordt is de context van 2 Thess. 3:14 en 15. Het gaat hier namelijk over personen die "niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief [zijn]". Dat was geen onbeduidende zonde voor de eerste eeuwse christenen, ongehoorzaam zijn aan het geschreven woord van een apostel die door Christus zelf aangesteld was.

Het Besturende Lichaam kan dat ook niet als een onbeduidende zonde zien, want als een persoon niet meer gehoorzaam is aan de leer van het BL dan wordt zo'n persoon zonder pardon als "afvallige van Jehovah" uitgesloten. Als het BL op consistente wijze de betekenis van 2 Thess. 3:14 en 15 zou willen toepassen, dan hoort ze zich aan haar eigen "uitleg" te houden, en hoort ze personen die niet meer gehoorzaam zijn aan de leer en het beleid van het BL, slechts te 'tekenen'. Het contact met deze personen zou - volgens hun eigen uitleg - slechts beperkt moeten worden, in plaats van het contact met hen volledig te mijden.

Vooral bovenstaande maakt mij duidelijk dat de "uitleg" van het BL zelfdienend en opportunistisch is.

De laatste zin van Paulus hierboven - "beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder" - is niet alleen gericht tot de ouderlingen in de gemeente (blijkt uit de inleiding van deze brief). Helaas hebben de extreme mijdingsregels van de JG-leiding bovenstaande onmogelijk gemaakt voor de broeders en zusters in de gemeente.

Nu de JG-leiding het gebruik van de symbolen (brood en wijn) voor personen met een aardse hoop verboden verklaard heeft, heeft ze hiermee Paulus geïnspireerde woorden en betekenis in 1 Kor. 5:11 volledig krachteloos gemaakt. Het is ook duidelijk dat de JG-leiding 1 Kor. 5:11 niet uitlegt overeenkomstig hermeneutische principes, maar in Paulus woorden een bepaalde betekenis legt (inlegkunde) die haar goed uitkomt en dus zelfdienend is. Menselijke inleg is totaal wat anders dan bijbelse uitleg.

Een andere tekst waarin de JG-leiding op zelfdienende wijze betekenis in legt, is 2 Johannes 9-11. Daar staat: "Een ieder die vooruitdringt en niet blijft in de leer van de Christus, heeft God niet. Wie in die leer blijft, hij heeft zowel de Vader als de Zoon. Als iemand tot U komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem nimmer in UW huis en richt ook geen groet tot hem. Want wie een groet tot hem richt, heeft deel aan zijn goddeloze werken."

Deze tekst wordt van toepassing gebracht op gedoopte JG die het Besturende Lichaam (BL) van JG niet langer als "Gods enige communicatiekanaal" zien. Dat dit een duidelijke schriftverdraaiing is, blijkt uit vers 9. Het gaat hier over personen die "niet blijven in de leer van Christus", en dat is toch heel wat anders dan de JG-leiding hiervan maakt. Een schoolvoorbeeld van zelfdienende BL-inleg in plaats van bijbelse uitleg.

UITGESLOTEN FAMILIELEDEN:

De onchristelijkheid van de JG-mijdingsregels blijkt het duidelijkst bij uitgesloten familieleden.

De WT van 15 november 1974 maakte hierover een interessante opmerking.

*** w74 15/11 blz. 693-694 Een evenwichtige zienswijze bewaren ten aanzien van uitgeslotenen ***
"Wat uitgesloten gezinsleden (geen minderjarige zoons of dochters) betreft die buitenshuis wonen, moet elk gezin beslissen tot in welke mate zij omgang met zulke personen zullen hebben. Dit is niet iets wat de ouderlingen van de gemeente voor hen kunnen beslissen. De zorg van de ouderlingen gaat ernaar uit dat er geen „zuurdeeg” opnieuw in de gemeente wordt binnengevoerd doordat gemeenteleden geestelijke omgang hebben met degenen die als zulk „zuurdeeg” verwijderd moesten worden. Indien een uitgesloten ouder een zoon of dochter gaat bezoeken of kleinkinderen opzoekt en in het christelijke huis wordt binnengelaten, is dit derhalve niet iets wat de ouderlingen aangaat. Zo iemand heeft het natuurlijke recht zijn bloedverwanten en nakomelingen te zien."
Dat is inderdaad de juiste kwalificatie: het is een NATUURRECHT dat ouders en kinderen elkaar regelmatig zien.

De eminente Engelse rechtsgeleerde Sir William Blackstone (1729-1780) schrijft in de inleiding op zijn Commentaries on the Laws of England het volgende over NATUURLIJKE RECHTEN of NATUURRECHT:
"Deze wet der natuur, die even oud is als de mensheid en door God zelf is voorgeschreven, is qua verbindendheid natuurlijk superieur aan elke andere wet. Ze is verbindend over de gehele aardbol, in alle landen en te allen tijde: geen menselijke wetten bezitten enige rechtskracht indien ze hiermee in strijd zijn; degene ervan die wel rechtsgeldig zijn, ontlenen al hun kracht en al hun gezag, middellijk of onmiddellijk, aan deze oorspronkelijke wet. [...] Op deze beide grondslagen, de natuurwet en de geopenbaarde wet, berusten alle menselijke wetten; dat wil zeggen, er dient geen menselijke wet geduld te worden die deze tegenspreekt."
Daarom is het in mijn ogen respectloos jegens de bron van het natuurrecht (Jehovah) dat het Besturende Lichaam vanaf 1981 relaties met organisatieverlatende bloed- en aanverwanten verbiedt. Natuurlijke rechten kunnen namelijk niet veranderd worden door het dictaat van een religieus instituut of een recentere uitgave (1981) van De Wachttoren. Omgang met familieleden is in Gods ogen simpelweg een onvervreemdbaar, natuurlijk recht waartegen geen enkele tegenspraak geduld mag worden, ook al is deze afkomstig van de JG-leiding. Ook hierin moet God meer gehoorzaamd worden dan mensen (Hand. 5:29).

EMOTIONELE CHANTAGE:

Bovenstaand onderzoekje maakt duidelijk dat er in theologisch opzicht heel veel is af te dingen op de door de JG-leiding opgelegde en afgedwongen mijdingsregels. Gelet op het barmhartige en liefdevolle voorbeeld van Jezus Christus verdienen deze mijdingsregels het predikaat onchristelijk.

Omdat de mijdingsregels bij uitsluitingen, zoals deze in Wachttorenland toegepast worden, niet in overeenstemming zijn met de historische context van de bijbel en Christus' voorgeleefde visie, is de term "schriftuurlijke uitsluiting" een contradictio in terminis (=tegenspraak in termen). Elke WTG-uitsluiting is - gelet op bovenstaande argumenten - onbijbels, en daarom onterecht. Het gaat hier dus niet over de de soort zonde en mate van berouw die in het geding zijn, maar de impliciete mijdingsregels (contactbreuk met bloed- en aanverwanten, verbreken van elk [sociaal] contact etc.) die aan JG's dwingend door een WTG-uitsluiting opgelegd worden. Deze zijn lijnrecht in strijd met de geest van Christus, en de JG-leiding zwendelt met de kerkhistorische betekenis van de NT-uitsluiting. Uitsluiting onder christenen in de eerste eeuw was dus iets heel anders dan de huidige WTG-uitsluitingspraktijk bij Jehovah's Getuigen.

Als de bijbel deze extreme mijdingsregels niet ondersteunt, waarom zijn deze dan door de JG-leiding in het leven geroepen?

Deze mijdingsregels hebben niets te maken met het aanbidden van God, maar met het navolgen van mensen. Men wil je mensen, in casu de JG-leiding, laten navolgen door je emotioneel te chanteren met familie en vrienden die dreigen met het verbreken en/of verminderen van contact.

Deze emotionele chantage is het ergst bij naaste familieleden die oprecht van elkaar houden. In de lectuur en lezingen op congressen etc. wordt sterk door de JG-leiding gesuggereerd dat het uitgesloten familielid de oorzaak van de contactbreuk en het daaraan gekoppelde verdriet is, terwijl uit bovenstaand onderzoekje blijkt dat de JG-leiding zelf met haar rigide en onchristelijke mijdingsregels hiervan de oorzaak is.

Aan deze kwestie kleeft ook een psychologische compenent: Het BL is zich terdege bewust van de onnatuurlijkheid van het mijden van familie vanwege religie. Daarom stond op pagina 29 van de Ontwaakt! van juli 2009: "Niemand mag gedwongen worden God te aanbidden op een manier die hij onaanvaardbaar vindt of te kiezen tussen zijn geloof en zijn familie." Daarom heeft JG-familie het nodig om de zwarte piet te leggen bij hun familie die de organisatie verlaten heeft. Hierdoor kunnen ze de (door de JG-leiding bedachte) onnatuurlijke en onchristelijke mijdingsregels rationaliseren en vergoeilijken. In de psychologie wordt dit fenomeen "overdracht" genoemd.

Normaal gesproken bestaat er tussen ouders en kinderen, broers en zussen een onvoorwaardelijke liefde, maar Brooklyn/Patterson heeft voor JG deze natuurlijke genegenheid voorwaardelijk aan blinde organisatorische loyaliteit gemaakt. Wat je ziet aan gedragingen, is een typische pavlovreactie.

Deze naam is ontleend aan de hond van Pavlov. Pavlov stuitte op het verschijnsel dat honden beginnen te kwijlen wanneer ze voedsel wordt aangeboden. Hij onderzocht dit verschijnsel door een signaal te geven en daarna de honden te voeren. Oorspronkelijk kwijlden de honden alleen bij het voeren en niet bij het signaal. Nadat de combinatie van signaal gevolgd door voeren enkele keren was herhaald begonnen de honden al te kwijlen bij het geven van het signaal. Wat Pavlov bij de honden opwekte, heet een geconditioneerde of aangeleerde reflex. Wanneer een prikkel A (het signaal) herhaaldelijk voorafgaat aan prikkel B (het voeren) dat een bepaald gedrag (kwijlen) oplevert, dan zal op den duur prikkel A reeds dat gedrag opleveren, ook zonder prikkel B. Het reflex dat ervoor zorgt dat een hond kwijlt bij het krijgen van voedsel is een aangeboren instinct en heet een onvoorwaardelijke reflex. Het kwijlen dat volgt op het signaal is een aangeleerde reflex en wordt ook wel voorwaardelijke reflex genoemd.

Liefde en genegenheid tussen familieleden en vrienden is natuurlijk en normaal. Maar JG's hebben geleerd hun natuurlijke prikkels en reacties te onderdrukken bij uitsluitingen en terugtrekkingen. Hun reflexen zijn aangeleerd uit De Wachttoren, en alleen al het verschijnen van uitgesloten of teruggetrokken broeders en zusters levert aangeleerde en onnatuurlijke gedragingen op.

Alle organisatieverlaters die ik ken, hebben deze onvoorwaardelijke en natuurlijke liefde nog steeds voor hun JG-ouders, kinderen en familieleden. Helaas is deze natuurlijke genegenheid bij vele blinde JG-volgelingen van Brooklyn/Patterson gedegenereerd tot een bedenkelijk en triest niveau. Is dit misschien ook een vervulling van wat Paulus schreef: ".....geen natuurlijke genegenheid meer hebbend..."? (2 Tim. 3:3)

Waarom is deze emotionele chantage de ergste in zijn soort? Omdat de lijdende voorwerpen van deze emotionele chantage niet beperkt blijven tot de uitgesloten familieleden, maar ook de familieleden raakt die in de Wachttoren-organisatie blijven. Er worden dus slachtoffers gemaakt aan beide zijden van de "waterscheiding". Aan Jehovah's Getuigen wordt namelijk door het BL geleerd dat onze hemelse Vader van hen zo'n groot offer zou vragen. Ze denken dat normaal en natuurlijk contact met hun uitgesloten familieleden een zonde tegen Jehovah en Christus zou zijn, terwijl bovenstaand onderzoekje al voldoende aantoont dat dat beslist niet het geval is. Het is bijzonder triest om te moeten vaststellen dat de JG-leiding de natuurlijke genegenheid tussen familieleden exploiteert en misbruikt voor haar eigen doeleinden.

Het probleem is dat de JG-leiding op kwaadwillige wijze psychische terreurmiddelen aanwendt om voor uitgesloten en teruggetrokken JG's een vernederende omgeving te scheppen (door lezingen op congressen en geschriften zoals De Wachttoren). Dit soort psychische terreur en manipulatie doen zich soms ook voor in werkomgevingen en op scholen door extreme vormen van pesterijen. Deze vorm van psychisch geweld staat ook bekend onder de term "mobbing".

Het is interessant dat het (Belgische) Informatie- en Adviescentrum Inzake De Schadelijke Sektarische Organisaties adviseert deze psychische terreur in groepsverband strafbaar te stellen. (voor meer info: klik hier)

Gelet op bovenstaande lijkt het me een goede zaak om in principe alle JG's te beschouwen als slachtoffers van psychisch geweld, omdat ze afgeperst en afgedreigd worden met de gevolgen van maatregelen waardoor het contact met hun geliefden verbroken wordt. In hoeverre de plegers en medeplichtigen van dit psychisch geweld (JG-leiding, ouderlingen) zelf ook slachtoffer van subtiele (sekte)beïnvloeding zijn, laat ik graag in het midden en aan onze hemelse Rechters over.

In mijn opvatting verdienen daarom alle JG's onze sympathie en begrip. Sommige van ons weten aan den lijve hoe het voelt om in zo'n vernederende omgeving te leven. Ondergetekende weet hoe het voelt om zowel een medeplichtige (als ouderling) als een slachtoffer (als uitgeslotene) van psychisch geweld te zijn. Gelukkig kan ik me inmiddels nu als overlever van dit psychisch geweld beschouwen.

Alle beweringen van de JG-leiding ten spijt zijn organisatieverlaters niet per definitie ook verlaters van Jehovah. Dat blijkt ook uit de kerkhistorie: Waren personen als John Wycliffe, Pierre Valdès en Johannes Hus plotseling slecht geworden en hadden zij God verlaten door bepaalde wantoestanden in de kerkelijke hiërarchie van de katholieke kerk aan te kaarten? In de ogen van de RK misschien wel, maar niet in de ogen van objectieve waarnemers. Ook de lectuur van het Genootschap spreekt positief over bovengenoemde personen.

Op grond van bovenstaande punten kun je stellen dat door deze mijdingsregels onze hemelse Vader verkeerd voorgesteld wordt. De meeste actieve JG durven over bovenstaande niet echt na te denken. Hun standaardreacties doen me denken aan de woorden uit de Awake! van 22 november 1984, pagina 4. Dit artikel is nooit in het Nederlands vertaald:
"A closed mind … could even be a sign of uncertainty or doubt. For example, if we are unable to defend our religious views, we may find ourselves lashing out those who challenge our beliefs, not with logical arguments, but with slurs and innuendos. This smacks of prejudice and a closed mind."

Mijn NL-vertaling:

"Een gesloten geest … kan zelfs duiden op onzekerheid of twijfel. Als we bijvoorbeeld niet in staat zijn om onze religieuze meningen goed te verdedigen, dan kunnen we gemakkelijk uitvallen naar personen die ons geloof uitdagen, en dan niet met logische argumenten, maar met laster en sneren. Dat riekt naar vooroordeel en een gesloten geest."
Ik blijf bidden dat onze hemelse Vader hun gesloten geest en verkilde hart wil openen.

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Mooi geschreven,ik lijd ook onder het achterbakse optreden van de Jehovah's Getuigen in België, ik was er dienstopziener, ik kon de huichelarij niet langer meer aanzien,
vriendjespolitiek,drinkgelagen, pffff, ik kon net zo goed in de wereld gebleven zijn, maar ik heb de bijbel leren kennen, ben nu al mijn oude vrienden, mijn vrouw en mijn stiefkinderen kwijt, omdat de leugen belangrijker is dan de waarheid,Ik leef van dag tot dag, en zoek terug Gods koninkrijk, dagelijks, bedankt voor de fijne site, Groetjes DJK

Anoniem zei

Greetings,

This is a question for the webmaster/admin here at www.blogger.com.

Can I use part of the information from your post right above if I give a link back to your site?

Thanks,
Oliver

Martin Cordes zei

Hi Oliver,

That's okay.

Kind regards, Martin

Anoniem zei

It’s really a nice and helpful piece of information. I’m glad that you shared this helpful info with us. Please keep us informed like this. Thanks for sharing.

generic cialis

Anoniem zei

beste Martin,

Ik lees net je verhaal en voel met je mee.
ik heb een broer die uitgesloten is.
ik hou van hem, en zoek hem ook op.

Heb zelfs met hem diepgaande gesprekken over de waarheid zoals wij dat noemen. hij heeft jehovah in zijn hart niet verlaten. hij heeft alleen wat andere gedachten. Zo heeft hij de gedachtenisviering alleen herdacht. Hij vertelde dat jezus ook niet naar de synagoge ging maar met alleen zijn apostelen in een bovenzaal de pasha vierde.

Je kunt in ieder geval zeggen dat hij er op zijn minst mee bezig is. ondanks zijn uitsluiting zal hij nooit ontkennen dat JG gods volk niet is. sterker nog , de oude joden waren gods volk die 40 jaar rondzwierven. Slechts 2 van hen kwamen in het beloofde land. wat inhoud dat ondanks al hun gemurmereer en grove fouten zij toch gods volk waren.

Nu is het in deze kwestie ook even wachten op voedsel ter rechter tijd. Die zal ook gegeven worden. Maar ja ik ben een ongeduldig mens hé! ;)

Toch is het zo dat Jehovah's oordeel eerst in zijn eigen huis zal zijn. Daarmee denk ik dat daar Jehovah's eigen volk bedoeld wordt.

De waarschuwing dat liefde in deze tijd zal bekoelen; daarop vormt gods volk natuurlijk geen uitzondering, dit ondanks dat zij wel in het geestelijk paradijs leven.

Jehovah onderzoekt alle harten, als je rechtvaardig bent, dan komt het goed met je. Psalm zegt dat de rechtvaardigen onder de mensen de aarde zullen bezitten.
Ik hoop dat Jehovah je gebeden verhoord.

Sterkte