Voordat ik de genade (onverdiende goedheid) en aanneming van Jehovah naar waarde leerde schatten, voelde ik me meer een slaaf of dienstknecht van God: een soort zakenrelatie waarbij het voortbestaan afhing van mijn prestaties. Nu voel ik me een zoon van God: dat is een familierelatie waarbij het voortbestaan niet afhangt van wat ik doe, maar wat iemand anders voor me gedaan heeft. Deze verandering heeft me bevrijd van de kramp om te scoren voor God om zo zeker te zijn van Zijn aanvaarding en liefde. Die aanvaarding en liefde hangen namelijk helemaal niet af van mijn prestaties, maar van wat iemand anders voor me gedaan heeft: Jezus Christus. Gods genade zet me stil bij het feit dat niet wat wij mensen doen zaligmakend is, maar wat God doet (Romeinen 11:5, 6; Efeziërs 2:8-10).
Geloof is een geschenk dat Hij geeft aan individuele personen. In tegenstelling tot wat de organisatie leert, kun je door eigen inspanningen niet meer geloof ontwikkelen. Geloof is een goddelijke vrucht die je slechts mag dragen. Helaas willen religies, organisaties en kerken ons individuele geloof conditioneren en institutionaliseren (=aan voorwaarden en instituties/kerken/organisaties binden).
Ik denk hierbij aan de gedachte uit Gal. 4:17 (Engelse Message-vertaling):
"Those heretical teachers go to great lengths to flatter you, but their motives are rotten. They want to shut you out of the free world of God's grace so that you will always depend on them for approval and direction, making them feel important."Ik was gewend om in termen van religieuze systemen te denken, maar mijn mening daarover is onder meer op grond van Hebreeën 13:10-16 gewijzigd. Aangezien Jezus buiten de poort of de "legerplaats" heeft geleden - dat is buiten het joodse systeem - worden christenen aangemoedigd het volgende te doen: "Laten wij dan tot hem gaan buiten de legerplaats en de smaad dragen die hij heeft gedragen, want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken ernstig de toekomstige. Laten wij door bemiddeling van hem God altijd een slachtoffer van lof brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken (vss. 13-15)."
NL-vertaling:
"Deze ketterse leraren doen erg hun best om je te vleien, maar hun beweegredenen zijn verdorven. Zij willen je van de vrije wereld van Gods genade buitensluiten waardoor je altijd afhankelijk van hen blijft voor bevestiging en leiding, zodat zij zich belangrijk voelen."
Ik begrijp deze woorden zo: Hier hebben we geen "blijvende stad" of religieuze organisatie. Hoewel zo'n stad-organisatie ons misschien geborgenheid, veiligheid, erkenning en bevestiging kan geven, ben ik conform Paulus bovenstaande woorden bereid om - indien de situatie dat noodzakelijk maakt - buiten het ‘kamp’ of religieuze organisaties te gaan, om daar Christus te zoeken. Ja, het is in mijn ogen logischer dat Jehovah en Jezus eerder naar de harten van individuele personen (dus ook naar de harten van individuele Jehovah's Getuigen) kijken dan naar het systeem of de organisatie waarvan ze deel uitmaken.
De barmhartige Samaritaan:
Waarom? Omdat ik dat lees in Jezus' illustratie van de "barmhartige Samaritaan":
"Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’" - Lukas 10:25-37, NBVHet is goed om eens na te denken over de vraag wat Jezus ons nu eigenlijk wilde zeggen met zijn illustratie over de Barmhartige Samaritaan. Wat was er in Israël aan de hand waarom Jezus het nodig vond om zo'n illustratie te vertellen?
De joden wisten zeker dat zij door God uitverkoren waren, zij hadden de Waarheid. Zij waren door de eeuwen heen het enige volk dat door Jehovah altijd speciaal begunstigd werd. De joden geloofden dat verbroedering met de hen omringende niet-joodse mensen zondig was. Joden beschouwden Samaritanen zelfs als afvalligen van de Mozaïsche Wet. In deze religieuze en historische context geeft Jezus een illustratie die de gehate Samaritanen in een gunstig daglicht stelt.
Een priester en Leviet zien deze gewonde joodse man, maar lopen met een boog om hem heen, ze weigeren te helpen. Daarna komt een niet-joodse man aan wie de joden een hekel hebben. En wat doet hij? Hij verricht een liefdevolle daad voor deze gewonde joodse man, terwijl personen van zijn eigen land en religie hem links hadden laten liggen. De Samaritaanse man verbindt zijn wonden en zet hem op zijn ezel. Hij brengt hem naar de herberg en betaalt twee daglonen voor zijn verzorging. Hij belooft zelfs de herbergier eventuele extra kosten te vergoeden.
Waar het in de illustratie om gaat, is dat deze gehate Samaritaan, deze heiden, bewijst dat hij de naaste van die joodse man is. De Samaritaanse man heeft medelijden en wordt door liefde gedreven om zijn medemens te geven wat nodig is. De betoonde liefde heeft geen bijbedoelingen; hij hoopt bijvoorbeeld niet dat hij de joodse man kan bekeren tot zijn gedachtengang. Deze illustratie maakt helder wat voor gedachtengoed Christus voorstaat. Geloven in Christus leidt tot actieve daden. Jezus' leer is geen vormelijk ritueel, maar zet aan tot liefdedaden die in het nodige voorzien.
Dus als een zogenaamde 'afvallige' Jehovah en Jezus kan behagen, hoe kunnen wij dan iemand veroordelen omdat hij of zij niet voldoet aan het beeld dat wij eventueel van een ware christen hebben? Was dat niet nou juist het probleem waar de Farizeeën de fout in gingen? Zij aanbaden God op een vormelijke wijze. Door zich aan bepaalde routines te houden, zoals bidden en vasten, meenden ze dat ze Gods goedkeuring konden verdienen. Maar in Jezus' illustratie was een verfoeide man in actie die het religieuze wereldbeeld van de joden op zijn kop zette.
Gods bejegening van het joodse volk was noodzakelijk om de geslachtslijn tot de Christus te beschermen. Op een dag zou namelijk de Messias verschijnen en een lichtbaken voor ALLE NATIËN worden. Ergens in deze voorchristelijke tijdsperiode was het blijkbaar de joden naar het hoofd gestegen, en gingen ze denken dat ze Gods goedkeuring niet konden verliezen, ongeacht wat ze deden of lieten. Ze vergaten voor het gemak dat Jehovah de Vader van de gehele mensheid is, en dat daarom hun begunstigde positie het demoniseren van personen met andere ideeën nooit kon rechtvaardigen.
Onze liefde voor anderen dient all inclusive te zijn, en niet beperkt. Jezus zag het goede in anderen. Personen van een ander ras of geloof demoniseerde hij nooit, maar prees hen zoveel mogelijk voor hun goedheid. Jezus wees zijn geloofsgenoten er meer dan eens op dat niet-joodse personen vaak een groter geloof hadden dan de joden zelf. In plaats dat de joden zijn raad ter harte namen, zochten ze hem om te doden.
Religie heeft de mensheid verdeeld. Elke organisatie, kerk of moskee meent het recht te hebben om anderen buiten te sluiten en te demoniseren wat niet tot hun directe kring behoort. Deze wens om ergens bij te horen heeft tot bloedige oorlogen en geweld geleid. Met de illustratie van de Barmhartige Samaritaan sprak Jezus zich tegen deze mindset uit. Het is duidelijk dat de godsdiensten in deze wereld dit belangrijke punt uit Jezus onderwijs niet begrepen hebben. Exclusiviteit leidt tot vijandigheid, geweld en hartenpijn. Inclusiviteit leidt tot vriendelijkheid, begrip en liefde.
Wanneer ik over Jezus illustratie en de liefde van deze Samaritaan nadenk, dan besef ik dat Jezus niet een bepaalde religie predikte, maar graag wil dat we gewoon betere mensen worden. Pas wanneer alle wereldgodsdiensten ontmanteld zijn op de Oordeelsdag, zal de liefde die Jezus predikte over de gehele aarde zichtbaar worden. Onze hemelse Koning zal ons dan de finesses hiervan bijbrengen. Ik kijk werkelijk reikhalzend naar die tijd uit. Ondertussen probeer ik me - en ik geef direct toe, met wisselende successen - zoveel mogelijk tot de naaste van anderen te maken.
7 opmerkingen:
Hoi Frances en Martin,
Heel mooi!
En helemaal mee eens !
En ook hetzelfde ervaren !
Groetjes en liefs,
Elle
Onze Vader zal je weg zegenen,
je woorden verwarmen mijn hart.
:-)
hallo FENCES EN MARTIN,
IK ben het helemaal met bovenstaand eens.
en eindelijke zijn jullie echt vrij van valse religie.
veel geluk
Harruz
sorry Frances
je naam is er helemaal verkeerd ingekomen
harruz
veel geluk !!!
hoop dat ik mijn moeder ook ooit zover krijg eruit te stappen
Ik ken jullie uit de jaren dat jullie in Hengelo woonden. Ik heb in eerste instantie geschokt gereageerd op jullie uitsluiting, maar moet tevens toegeven dat ik, na het lezen van jullie verhaal, vol bewondering voor jullie besluit ben. Ik zelf heb nu veel stof om na te denken.
Het allerbeste toegewenst.
JapieJo
Hoi Martin, Ik heb het interview op het congres beluisterd en ik merk dat er helemaal niks inhoudelijks besproken is. Je moeder zei alleen maar dat het tijdens het gesprek met jou ging "stormen in haar hoofd"en dat de "druk "te zwaar werd en dat ze bang was "zelf gepakt te worden door Satan", Verder is er eigenlijk helemaal niks inhoudelijks besproken, ronuit belachelijk.
Een reactie posten